De Peperdans van Panzibas

omslag De Peperdans van Panzibas

omslag De Peperdans van Panzibas

Gebonden boek
Prijs € 8,95 incl. verzendkosten
Uitgeverij Van Goor (2004)
vanaf 10 jaar
Lees verderBoek bestellen

Manne Mens zit op de Blauwe Steen en luistert naar de dieren van de plas.

Waar gaat het boek over?

De dieren van de plas zijn net mensen. Ze klagen en verlangen, ze mopperen en roddelen. Elk dier heeft zo zijn eigen problemen. Saar Slak is bijvoorbeeld bang dat ze opdroogt, Mors Mol kampt met zijn somberheid en Bluebel Libel wil zo graag leren zoenen.
Maar soms vergeten ze hun zorgen. Dan sabbelen ze op peperkorrels en dansen ze de Peperdans. En Manne Mens zelf? Hij is verliefd op Bobél, een meisje uit Zanzibar. Kan hij haar het liefdesvers geven dat heer H. Duif gemaakt heeft?

Wat voor soort boek is het?

De Peperdans van Panzibas is een dierverhaal. Elf dieren wonen bij de plas: Elle Eend, de heer H. Duif, Mors Mol, Air Sprinkhaan, Bluebel Libel, Saar Slak, Harrie Oudebok, Rillie Bosmuis, Simone Steekmug, Zorrie Zebravink en Pa Pad.

Wil je nog wat bijzonderheden?

  • Het jaar 2004 was voor Harm de Jonge een jubileumjaar. Vijftien jaar lang schreef hij jeugdboeken. Uitgeverij Van Goor vierde dat jubileum door het nieuwe boek De Peperdans van Panzibas extra mooi te maken. Er staan twaalf prachtige kleurenillustraties in van Noëlle Smit.
  • De dichter H. Duif (HoutDuif) schreef mooie verzen met de veer van een vogel. Hij maakte ook het Panzibaslied, nr. 47 uit de bundel Zachte Verzen. Het gaat over het heerlijke land Panzibas waar alles andersom gebeurt:
    In Panzibas zijn de bergen van goud.
    Het zwart is er rood, het zout is er zoet,
    het warm is er koud, niemand wordt er oud.
Een Houtduif

Een Houtduif

Het Peperdanslied
De peperpit glipt in de sluis,
het duivenschuim is luim te gruis.
Is de kluistervink ver van huis?
O, mijn tuitebuil, vang een muis!
Dans de Peperdans, duif is pluis!

Opdrachten en vragen over het boek

Heb je het boek gelezen en wil je een opdracht of een vraag?
vraag

een serieuze vraag over het boek

Een gekke of moeilijke opdracht

Dans met je vrienden en vriendinnen de Peperdans of schrijf net als de dichter H. Duif een (liefdes)vers!

Leesproef en recensies

Hieronder extra informatie over het boek. Je kunt een stukje lezen en soms worden er recensies over het boek getoond. Klik op een titel en de informatie zal zichtbaar worden.

Leesproef

De dichter H. Duif schrijft voor Manne een liefdesvers
Uit hoofdstuk 2. Een roodborstveertje voor een liefdesvers

Manne Mens peuterde een nieuwe pepermunt uit het rolletje.
‘Beste Duif,’ zei hij. ‘Hoe schrijf je eigenlijk een gedicht?’
Heer Duif streek de veren op zijn kop plat en dacht even na.
‘Ik spreek liever van een vers,’ zei hij. ‘Verzen schrijf je met een veer. Voor een vrolijk vers neem je de veer van een pimpelmees. Dan dansen de woorden van blauwigheid. Over de dood schrijf je met een kraaienpen. En voor een wintervers kies je natuurlijk de veer van een sneeuwuil. Zo heeft elk vers zijn eigen schrijfveer.’
Hij keek met een wijdopen oog rond en joeg Simone Steekmug met een vleugelmep weg.
‘Wil je dat ik een liefdesvers voor je maak, Manne? Ik heb toevallig nog een mooi spits roodborstveertje in mijn zak. Of ben je al toe aan een uitnodiging ten huwelijk? Dan moet ik eerst de veer van een trouwe zwaan zoeken.’
Duif wachtte niet op een antwoord. Hij vloog naar een zilverpopulier en kwam terug met een blad in zijn snavel. Hij streek het mooi glad.
‘Een dichter gebruikt altijd zachte woorden,’ zei hij. ‘Maar voor een liefdesvers kies je heel zachte. Zoiets als duivenpluis en donsmossig. Neem absoluut geen woorden met scherpe s’en, zoals spits en spuit en speer. Dat zijn felgele woorden en onmogelijk stekelig.’
Duif wipte een peperkorrel naar binnen en likte aan het veertje van het roodborstje. Hij hield zijn kop scheef en keek nadenkend naar Manne.
‘Ik neem aan dat ze Annebijn heet?’ zei hij. ‘En ze heeft twee vlechten. In een liefdesvers hebben mensvrouwen vaak een vlecht.’
Manne dacht aan Bobél die op school in zijn tafelgroepje zat. Bobél was in Zanzibar geboren. Ze was zo bruin als chocola. Ze had één vlechtje opzij van haar hoofd. Er zaten rode kraaltjes in, die langs haar wang dansten als ze bewoog. Twaalf kraaltjes: Manne had ze al heel vaak geteld.
‘Ze heet Bobél,’ zei hij, ‘en ze is een prinses uit Zanzibar. Ze is het liefste meisje van de klas. Maak een vers voor Bobél, Duif.’
‘Nee, dat is niet mogelijk,’ zei Duif. ‘Bobél rijmt op kippenvel en lellebel. En Zanzibar op houten kar. Als het nou Panzibas was zou het nog kunnen. Maar zo wordt het een vers van niks. Annebijn dus! Die naam brengt je vanzelf naar peperwijn en marsepein.’
Heer Duif keek peinzend in de lucht. Toen schreef hij het liefdesvers. Heel licht: het roodborstveertje raakte nauwelijks het blad. Af en toe keek hij naar Manne en dan knipoogde hij vriendelijk. Toen hij klaar was wenkte hij Manne dichterbij.
‘Mijn stem heeft na zo’n vers altijd een kreukelbocht,’ koerde hij schor. ‘Kun jij het even voorlezen, Manne? En alsjeblieft: laat de woorden dansen als vlinders.’
Een paar dieren luisterden mee. Pa Pad ging op zijn rug in het mos liggen. Bluebel Libel zocht een plekje op een lisdodde. Air Sprinkhaan slingerde stoer met één poot aan een rietstengel. Manne viste het pepermuntje uit zijn mond en las:

Lieve Annebijn.
Jouw oortjes zijn zo klein.
Rispe, knispe, jorke fijn.
Zijn je wangen van satijn?
O, mijn malse Annebijn,
Ik wil altijd bij je zijn!

De Peperdans van Panzibas. Uitgever: Van Goor, 2004. Illustraties: Noëlle Smit. 94 pagina’s. Vanaf 10 jaar.
U kunt het boek bij ons bestellen voor € 8,95 incl. verzendkosten.
Boek bestellen