Het kraaienvolk en de geelsnaveltok

Deze winter kreeg ik er een paar bijzondere vrienden bij. Elke morgen dienen ze zich met blijmoedig gekras aan. En pas als het broodrantsoen niet al te ruim bemeten is beginnen ze vuige taal rond te slingeren. Kraaien zijn sociale vogels, trouw aan de partner en de soort. En verbazend intelligent: een tipje van mijn jas, een flits van de auto en het stel komt in roekeloze vaart van ver aanstuiven.

Iedereen die aan het vernuft van de zwartrok twijfelt moet beslist de Canadese auteur Clem Martini blijven volgen. Het eerste deel van zijn trilogie over de kraaienfamilie Kinaar, heet De aanval (uitgever Gottmer). Daarin vertelt de 38-jarige Kalum (alle kraaien hebben een K-naam) van de jaarlijkse lentetrek. Traditiegetrouw komt het kraaienvolk samen bij de Herenigingsboom. Daar wordt de balans van het voorbije jaar opgemaakt, de koers voor de toekomst uitgezet en herdacht welke kraaien zijn teruggekeerd naar de Grote Maakster. Dit jaar draait het vooral om de jonge kraai Kyp. In een overmoedige bui veroorzaakt hij de dood van een kraaienjong en Kalum moet de straf uitspreken. De onbezonnen Kyp wordt tijdelijk verbannen. Maar het is dezelfde Kyp die de familie redt als er een sneeuwstorm komt en een oorlog met katten moet worden uitgevochten.

Iedereen die een toom pluimvee heeft, weet dat vogels van dezelfde soort in karakter verschillen als mensen. Dat is het knappe van Martini’s boek: er zijn tientallen kraaien en het zijn allemaal individuen, met begrip en invoelingsvermogen getekend: de ingetogen Kuper die Kym zo leuk vindt, de jaloerse Kyrk, de puber Kyp. De kraaien blijven bij Martini hun vogeleigenschappen houden. Maar ze kunnen praten en hun gedrag wordt bij alle intriges, conflicten en verlangens menselijk geïnterpreteerd. En Martini kan schrijven! Ook al zit je in de volle zon, de barre tocht door de sneeuwstorm volg je kleumend. Het water loopt je zelfs in de mond als Martini een smakelijke kraaienhap van torren en bramen beschrijft.

Voor mensen die pratende vogels toch maar onzin vinden, zag ik twee non-fictieboeken: Vogels aan kinderen verteld (Lannoo) en Hét boek over Vogels (Gottmer). Beide boeken bevatten vanzelfsprekend de basisinformatie over zaken als nestbouw, voortplanting, vlieggedrag, voedsel. Daarnaast staan ze vol wetenswaardigheden. Prachtboeken als je wilt weten waarom flamingo’s roze zijn, hoe vaak een specht per seconde hakt en welke vogel klauwen aan de vleugels heeft. En natuurlijk gaat het niet alleen over de kraai en de mus, maar lees je ook over exotischer vogels als de kakapo, de geelsnaveltok en de hoatzin. De boeken zijn geïllustreerd met unieke foto’s van natuurfotografen. Heel bijzonder is bijvoorbeeld de foto van een fuut die ons haar achterste toont met het ei al half naar buiten geperst. Hét boek over Vogels bevat veel kleine foto’s, mooi geordend op de bladzijde, met korte toelichtingen, wit op zwart. Vogels aan kinderen verteld is minder vol en ook qua tekst wat kindvriendelijker, maar heeft naast de foto’s eenvoudige tekeningetjes die niet iedereen even mooi zal vinden.

Deze tekst gaat over drie boeken, De aanval van Clem Martini, Vogels aan kinderen verteld van Gilles Martin en Hét boek over Vogels van Ben Morgan. Februari 2006