De bijbel van de jeugdboekenschrijver

Juf Stubbe was zo mooi dat ik me bij het opzeggen van de tafels verslikte als ze me aankeek. Ik wist ook zeker dat de engelen in de hemel op haar leken. Maar hoe kon het dat uit de mond van zo’n lieve juf zulke verschrikkelijke verhalen kwamen? Onze klasgenoot Bertus was door God bijvoorbeeld wat haastig in elkaar gezet, zodat hij met een klompvoet door het leven moest. Toen Henk Veen dat mankement aangreep om hem uit te schelden voor mankepoot, beval Stubbe ons onmiddellijk de armen over elkaar te doen. Zij opende de Bijbel en vertelde van de profeet Elisa, die door kinderen werd uitgescholden voor kaalkop. En toen stuurde God twee berinnen die de kinderen snel in stukjes scheurden. Tweeënveertig kinderen, een hele klas! Wij sidderden in onze bankjes en verwachten elk ogenblik dat er bij ons roofdieren over het schuttinkje rond het schoolplein zouden springen.

Zo waren er meer gruwelijke verhalen: vader Abraham bijvoorbeeld die zijn eigen zoon Isaäk op takkenbossen legde om hem in opdracht van God te offeren. Ik hield als kind hartstochtelijk van God, alleen al omdat hij juf Stubbe had gemaakt. Maar ik was ook bang voor hem, want hij hield duidelijk niet van kinderen. Een kind wordt in de Bijbel immers gelijkgesteld met een dier, waar je naar willekeur over kunt beschikken. Jezus was wat liever. Hij zei tenminste ‘Laat de kinderen tot mij komen.’ Maar die paar keer dat bij hem een kind in beeld komt, is het om zijn grootheid in het licht te zetten, bijvoorbeeld als hij het dochtertje van Jaïrus opwekt uit de dood.

De Bijbel is geschreven vanuit het arrogante perspectief van de volwassene. Kinderen zijn niet belangrijk, ontbreken vaak helemaal. Zaten er kinderen in de ark van Noach? Waren er kinderen bij toen Jezus een schare voedde met visjes en brood? Kenmerkend is dat God bij de schepping het kind al overslaat. Adam en Eva stappen ineens volgroeid in het Paradijs rond. Het enige mensenpaar dat nooit een jeugd heeft gekend. Wat moet Eva opgekeken hebben toen het ongekende verschijnsel van de zwangerschap zich aandiende. En we horen van Kaïn en Abel pas weer iets als ze al groot zijn en de een de ander doodslaat. Sara krijgt als oudere vrouw een kind, maar ook Isaäk zien we niet opgroeien.

Het valt ons misschien niet op dat het kind in de Bijbel ontbreekt. We zijn het gewend en met het kind wordt alles wat er mee te maken heeft ondergewaardeerd, ook het kinderboek en de makers ervan. Zelfs op de Gouden Uil-feesten in Vlaanderen wordt de jeugdliteratuur snel even weggezet, om daarna opgelucht aan het eigenlijke werk te kunnen beginnen. Het leven begint eigenlijk pas als je volwassen bent en als kind leer je ook dat zo snel mogelijk te worden. Pas als je oud bent realiseer je je dat de jonge jaren de mooiste van je leven waren. Die prachtige tijd als de tover een sluier over je leven legt en je droomt van de mysteries die je nog niet kent.

Het is een ongehoorde wens het boek te hebben willen schrijven dat een ander al schreef. Het is helemaal aanmatigend als je de Bijbel had willen schrijven. Maar zo vaak hoorde ik dat je als schrijver een godje bent, iemand die werelden schept die nog niet bestonden. Als jeugdboekenauteur had ik dus wel graag willen assisteren. Niet om van de Bijbel een kinderbijbel te maken, want daarmee blijft het dezelfde bijbel in kindertaal. Ik had kinderen willen laten meedoen in de Bijbel. Wat dacht het dochtertje van Jaïrus toen ze haar ogen weer opendeed en Jezus zag? Wat dacht Isaäk toen hij het mes boven zich zag flikkeren? Heeft hij daarna ooit zijn vader nog weer vertrouwd? En je zult toch geboren worden als de zoon van God. Ik had graag laten zien dat de wonderen van Jezus zich in de timmermanswerkplaats van Jozef al aandienden. En misschien had ik Jezus ook wat kattenkwaad laten uithalen, want als kind al vroeg ik me af of hij nooit vogelnestjes had uitgehaald of aan deurtje bellen had gedaan.

Deze column verscheen in de jaaragenda 2010 van de Standaard Boekwinkels in Vlaanderen. Alle genomineerden voor de Gouden Uil 2009 leverden daarvoor een bijdrage.